Diabetes honden

Diabetes of suikerziekte bij honden

Diabetes of suikerziekte bij honden komt net als bij mensen voor. Het gaat dan eigenlijk bijna altijd om type 1. Dit is diabetes waarbij je hond zelf geen insuline meer aanmaakt of als het afweersysteem onbedoeld de cellen die insuline aanmaken, uitschakelt.

De insuline regelt het suikergehalte in het bloed van je hond. Omdat je hond geen insuline meer aanmaakt, is het glucosegehalte in het bloed van je hond te hoog.

Wat is diabetes of suikerziekte?

Als je je hond eten geeft, krijgt hij of zij koolhydraten binnen. Uit die koolhydraten haalt het lichaam glucose. Glucose is een suiker die wordt omgezet in bloedsuiker in het bloed. De alvleesklier maakt insuline aan om de glucose te verwerken, omdat te veel glucose niet goed is. De insuline zorgt er op die manier voor dat de bloedsuikerspiegel op peil blijft. Het teveel aan glucose wordt afgegeven aan de lichaamscellen. Die zetten de glucose om in energie of brandstof.

Heeft je hond diabetes dan maakt je hond te weinig insuline aan. Dat betekent dat er een te veel is aan bloedsuiker (glucose) in het lichaam en de bloedsuikerspiegel van je hond te hoog is. De lichaamscellen hebben juist een tekort aan glucose, zodat je hond minder energie of brandstof heeft.

Symptomen diabetes honden

Een symptoom dat je hond aan diabetes lijdt, is dat je hond veel meer dan normaal drinkt en plast. Dat komt omdat glucose via de urine wordt afgevoerd. Omdat glucose extra vocht onttrekt aan het lichaam van je hond, drinkt je hond meer. Daarnaast gaat je hond meer eten omdat hij minder energie of brandstof heeft. Omdat de glucose niet wordt afgegeven aan de lichaamscellen, komt je hond qua gewicht echter niet aan en heeft je hond ook minder energie.

Kortom, de volgende symptomen wijzen dus mogelijk op diabetes:

• veel plassen
• veel drinken
• honger (meer eten)
• gewichtsverlies
• lusteloosheid

Als de suikerziekte niet behandeld wordt, zijn latere symptomen braken en grijze staar. Uiteindelijk kan je hond in een coma raken.

Behandeling diabetes honden

Diabetes bij je hond is goed te behandelen. Het is wel essentieel dat je je aan een strikt behandelplan houdt dat je samen met de dierenarts opstelt. Omdat je hond een tekort aan insuline heeft, is het de bedoeling dat je je hond insulineshots geeft. De insuline spuit je met een injectienaald in de huidplooi van je hond. Dat is in het begin misschien wat eng, maar je dierenarts doet het een keer voor zodat jij ook weet hoe het moet. Daarbij is de injectienaald zo dun dat je hond er nagenoeg niets van voelt. De insuline moet je hond twee keer per dag met tussenpozen van 12 uur toedienen. In overleg met je dierenarts kijk je wat voor jou handige tijden zijn.

Dosis insuline

Aan de hand van het gewicht van je hond bepaalt de dierenarts de dosis insuline. Het is altijd nog wel even zoeken naar de juiste dosis omdat het nooit precies bekend is hoeveel insuline uw hond nodig heeft. Door regelmatig het bloedsuikergehalte te meten na toedienen van de insuline kan de dierenarts de dosis voor de insulineshots steeds preciezer bepalen. Als de juiste dosis bepaalt is, merk je dat direct. Je hond plast en drinkt minder en ook heeft je hond veel meer energie.

Structuur en regelmaat belangrijk

Een hond met suikerziekte kan een gezond en normaal leven leiden. Belangrijk hiervoor is regelmaat en structuur. Zo is het belangrijk de insulineshots en het eten elke dag op dezelfde tijdstippen toe te dienen. Je hond heeft tevens speciale voeding nodig. De insulineshot geef je direct na het eten. Eet je hond niet? Dan geef je een derde van de shot. Wil je hond langer dan twee dagen niet eten? Neem dan contact op met je dierenarts.

De insuline geef je altijd na het eten omdat je niet meer terug kunt als je de shot van te voren geeft en dan opeens blijkt dat je hond niet eet. In dat geval krijgt je hond te veel insuline binnen en kan je hond een te laag bloedsuikergehalte krijgen. Dit is levensgevaarlijk voor je hond. Geef je hond in dit geval meteen te eten. Krijgt hij of zij het niet meer op, geef je hond dan direct suikerwater of per kilogram dat je hond weegt, één gram druivensuiker.

Honden met suikerziekte uitlaten

Honden met suikerziekte moeten op vaste tijden uitgelaten worden. Ga je met je hond op onregelmatige tijden wandelen, dan zal zijn bloedsuikerspiegel ook wisselen. Hierdoor wisselt ook de hoeveelheid insuline die je hond nodig heeft.

Wat veroorzaakt diabetes bij honden?

Er zijn meerdere oorzaken voor diabetes bij honden maar een van de bekendste is de prikpil. In deze hormooninjecties tegen loopsheid zit het hormoon progesteron dat via een ander hormoon de werking van insuline tegengaat. Teven hebben daarom een groter risico om diabetes te krijgen dan reuen. Dat komt omdat teven na elke loopsheid progesteron aanmaken. Krijgt je teef na een loopsheid suikerziekte dan is het mogelijk dat de suikerziekte weer verdwijnt, als je de eierstokken bij je hond zo snel mogelijk laat verwijderen. Wil je voorkomen dat je hond suikerziekte krijgt dan is het verstandig je teef te laten steriliseren.

Ook de medicijnen cortisone preparaten prednisolone en dexamethasone die worden voorgeschreven als je hond jeuk heeft, kunnen suikerziekte als gevolg hebben. Tenslotte is suikerziekte een mogelijke bijwerking van het syndroom van Cushing.

Andere hondenziekten

Lees direct meer over:

• Artrose hond
• Auto-immuunziekten bij honden
• Cataract: Grijze staar bij honden
• Cushing: verhoogd cortisolgehalte in het bloed
• DCM: dilaterende cardiomyopathie (hartaandoening)
• Epilepsie bij honden
• Hondenziekte
• Hondsdolheid
• Kennelhoest
• Leverziekte (H.C.C.)
• Lupus
• Parvo
• Symmetrische Lupoїde Onychodystrofie (SLO)
• Ziekte van Crohn
• Ziekte van Weil