De bulterriër
De witte bulterriër met zijn typerende eivormige kop is een kruising tussen een buldog en terriërs. De hond werd gefokt voor stieren- en hondengevechten. Het is dan ook een snelle, behendige en sterke hond. Kenmerkend voor de Bulterriër is de „bullrun“. Als de Bulterriër blij is, raakt hij zijn energie kwijt door keihard door de huiskamer heen en weer te rennen of heel snel rondjes te draaien op bed.
Geschiedenis Bulterriër
De hond komt oorspronkelijk uit Groot-Brittanië waar de hondenfokker James Hinks het rastype verder ontwikkelde. De bulterriër kreeg de naam Bull-and-Terrier. Hinks hield zich voornamelijk bezig met het fokken van witte bulterriërs, maar het ras komt ook voor in andere kleuren.
In 1862 deed Hinks mee aan een hondengevecht met een miniatuur bulterriër. Hij wedde dat zijn hond zou winnen van een „normaal formaat“ bulterriër voor vijf pond en een krat champagne. De hond van Hinks woog 20 kilo en nam het op tegen een hond die ruim de helft zwaarder was. Toch won Hinks’ hond zo snel (binnen een half uur) en met zo weinig verwondingen dat de hond ook nog een prijs kreeg voor zijn conditie en schoonheid. De bulterriër kreeg al snel de bijnaam de „gladiator onder de honden“ te zijn.
Eigenschappen Bulterriër
- Schofthoogte: In de rasstandaard wordt niet gesproken van een bepaalde schofthoogte. In de praktijk ligt de schofthoogte gemiddeld tussen de 40 tot 55 centimeter. Een miniatuur bulterriër mag maximaal een schofthoogte hebben van 35,5 centimter.
- Gewicht: Bulterriërs zijn voor hun grootte, zware honden. Gemiddeld wegen zij 30 kilogram. Een miniatuur bulterriër mag maximaal negen kilo wegen.
- Leeftijd: de bulterriër wordt gemiddeld tussen de 11 en 13 jaar oud.
- Land van oorsprong: Groot-Brittanië
- Vacht: de vacht is kortharig en vlak en ligt dicht en strak op het lichaam. Naast wit komt de bulterriër ook voor in andere kleuren.
Uiterlijk Bulterriër
Hinks hield zich voornamelijk bezig met het fokken van witte bulterriërs, maar de Bulterriër komt ook voor in andere kleuren, waaronder zwart, brindle (gestroomd), roodbruin, fawn of ‘black-and-tan’. Witte honden mogen volgens de rasstandaard alleen vlekken hebben bij de kop. Bij honden die niet wit zijn, moet de vachtkleur het grootste deel van de vacht uitmaken.
De bulterriër is krachtig gebouwd waarbij de kop van de bulterriër eivormig is. Een kenmerk dat geen enkel ander hondenras bezit. Het zogenaamde Romeinse uiterlijk (het profiel van de hond buigt van de voorkant van de schedel met een lichte boog naar de neus) heeft de voorkeur. De neus hoort zwart te zijn en de ogen zijn klein, driehoekig en donker van kleur. De bulterriër heeft rechtopstaande oren die klein van stuk zijn.