Labrador Retriever
De Labrador Retriever is een oud hondenras dat in de 16de eeuw gefokt werd door kolonisten op Newfoundland. De hond werd toen vooral gebruikt om visnetten uit het water te halen en touwen door het water van boot naar boot te slepen. Door de volgzaamheid en grote werklust waren deze honden voor de kolonisten in die tijd van grote waarde.
Tegenwoordig is de Labrador Retriever vooral populair als gezinshond; hij is leergierig en goed in de omgang met dieren en kinderen. Dankzij deze goede eigenschappen is de Labrador Retriever het meest populaire hondenras in Nederland en waarschijnlijk de hele wereld.
Eigenschappen Labrador Retriever
- Schofthoogte: reuen hebben schofthoogte van tussen de 56 en 63 cm, teven hebben een schofthoogte van tussen de 54 en 60 cm.
- Gewicht: reuen wegen tussen de 27 en 40 kg, teven wegen tussen de 27 en 35 kg.
- Leeftijd: de Labrador Retriever wordt gemiddeld tussen de 10 en 13 jaar oud.
- Land van oorsprong: Canada.
- Nest grootte: 5 tot 10 puppy’s.
- Vacht: de vacht is zacht, kortharig en dicht. De kleur is altijd helemaal zwart, geel of donkerbruin.
Uiterlijk Labrador Retriever
De eerste Labrador Retrievers waren zwart. Als er gele of donkerbruine exemplaren in een nest zaten werd het hele nest geruimd om het ras zuiver te houden. Pas rond 1900 werd de eerste gele Labrador Retriever geaccepteerd als officieel raszuiver. In de jaren ’30 kwam daar ook de donkerbruine variant bij. Nu komt de Labrador Retriever dus voor in de kleuren zwart, geel en donkerbruin.