Sinds de domesticatie van de hond wordt de hond op vele manieren ingezet. De eerste functie die de hond vervulde was helpen bij de jacht. Er zijn vijf verschillende soorten jachthonden:
Drijvers: Drijvende honden jagen het wild op waarbij de honden het wild een bepaalde richting op jagen. De honden moeten daarbij het wild naar de val of het net drijven. Bij de klopjacht zoals bekend in Nederland jagen de honden het wild richting de schutters. Op de foto zie je een Basset Artésien. Dit hondenras kwam al in de 16e eeuw voor en wordt nog steeds als drijfhond gebruikt.
Staande honden: Deze jachthonden volgen de geur van het wild met de neus omhoog. Wanneer zij het wild gevonden hebben blijven ze stokstijf stilstaan. Zo wijzen zij het wild aan. Op de linkerfoto zie je een Duitse staander. Zoals de naam van dit hondenras al aangeeft, blijft de hond staan als zij het wild gevonden hebben. Daarbij houden zij fier hun staart in de lucht.
Retrievers: Retrievers staan erom bekend het wild op te sporen en te apporteren nadat het geschoten is. De Golden Retriever is een goed voorbeeld van een retriever, hoewel we deze hond natuurlijk eerder als gezinshond typeren.
Aardhonden:
Deze honden zijn klein van stuk. Bekende aardhonden zijn terriërs of dashonden (teckels). Aardhonden kunnen makkelijk in holen kruipen omdat ze klein van stuk zijn. Op de foto zie je een West Highland White Terriër. Vanwege zijn grootte kan de terriër konijnen achtervolgen het hol in.
Zweethonden: volgen de geur van bloed. Als het wild gewond is, kunnen zweethonden het wild snel opsporen. Op de foto zie je een teckel. Ondanks dat teckels net als terriërs ook als aardhonden gebruikt worden vanwege hun grootte, zijn zij ook geschikt binnen de jacht als zweethonden.
Windhonden: staan bekend om hun snelheid en jagen op wat zij kunnen zien. Tegenwoordig worden windhonden nog steeds gebruikt om hun snelheid. Alleen dan vooral bij hondenraces. Dat zie je op de foto.
Herdershonden
Ook bij het hoeden of drijven van de kudde wordt de hond nog steeds ingezet. Herdershonden zijn bij uitstek geschikt voor deze taak omdat zij gefokt zijn om te werken met vee. De herdershond kan op drie manieren het vee hoeden:
- Drijven van het vee: De hond bepaalt hoe snel de kudde loopt en in welke richting de kudde vee loopt. Het vee verplaatst zich weg van de herder bij het drijven van het vee. Bij het drijven van het vee werkt de hond tussen de kudde en verplaatst de kudde zich.
- Hoeden van het vee: Bij het hoeden van het vee bepaalt de herder hoe snel en welke richting de kudde zich verplaatst. De taak van de herdershond is het om de kudde bijeen te houden. De hond bepaalt de grenzen. Worden deze grenzen door het vee overschreden dan is het de taak van de herdershond om het vee weer terug naar de groep te hoeden. De herdershond werkt naast de kudde.
- Opbrengen van het vee: De hond drijft de kudde naar de herder toe. De herdershond werkt tegenover de herder.
Bij het hoeden van het vee is de samenwerking tussen herdershond en het vee gebaseerd op vertrouwen. Zowel het vee en de herdershond zijn in de regel ontspannen. Bij het drijven en opbrengen van het vee is de samenwerking tussen herdershond en vee gebaseerd op de rol van het roofdier en de prooidieren. Doordat de hond zich als een roofdier gedraagt, beweegt het vee weg van de hond.
Berghonden
Berghonden hadden en hebben soms nog steeds de taak om de kudde te beschermen en te verdedigen. De grootste vijanden waren roofdieren zoals beren en wolven. In tegenstelling tot de herdershond is de berghond werkelijk onderdeel van de kudde. De band tussen berghonden en herder is ook niet zo groot als de band die de herdershond met de herder heeft. Een typische berghond is de Berner Sennenhond (zie foto).
