In het Egypte van 2000 voor Christus werden katten voor het eerst als huisdier gehouden. De huiskat had vroeger drie functies:
In de Middeleeuwen werd de kat niet meer gezien als heilig dier. Ten tijde van de Middeleeuwen geloofde men in het bestaan van heksen. Ook geloofde men dat de heks zich kon veranderen in een zwarte kat of dat de zwarte kat tenminste de metgezel van heksen was. Dit zorgde ervoor dat katten samen met de vrouw die aangezien werd voor heks gestenigd en verbrand werd. De kattenpopulatie daalde sterk als gevolg van dit bijgeloof.
De kattenpopulatie steeg weer ten tijde van de pestepidemie in Europa van 1347 tot 1351. De pest werd overgebracht door vlooien die met zwarte ratten naar Europa kwamen. Of de vernieuwde waardering voor de katten iets te doen had met de jacht op ratten is niet bekend. Wel nam door de stijging van de kattenpopulatie de pestepidemie af.
Ga terug naar de vorige pagina: geschiedenis van de kat.