Bij het castreren van je kat knipt de dierenarts de zaadleiders door en verwijdert de testikels (zaadballen). Door castratie stopt de productie van testosteron bij je kater.
Voor de ontwikkeling van de kater is het aan te raden om hem niet voordat hij 4 of 5 maanden oud is te laten castreren. Rond die tijd zal hij voor het eerst geslachtsrijp worden (vaak met een half jaar). Zodra hij begint met sproeien is het verstandig om hem direct te laten castreren. Doet je dit niet dan zal het moeilijk worden om je kater dit na de castratie nog af te leren. Bij 5 op de 100 katten zal het sproeien niet overgaan na castratie. Het is verstandig om je kater tenminste voordat hij 1 jaar oud wordt te laten castreren.
Castratie bij katten voorkomt:
Sterilisatie is eigenlijk het verkeerde woord voor de ingreep die de dierenarts bij de poes doet. De ingreep is namelijk te vergelijken met castratie omdat de dierenarts bij sterilisatie de eileiders doorknipt. Omdat de dierenarts daarnaast operatief de eierstokken van je huisdier verwijderd, is de operatie voor een poes wel zwaarder dan voor een kater. De sterilisatie van de poes is namelijk inwendig. Bij castratie is deze uitwendig. De baarmoeder van je kat wordt alleen verwijderd als deze verdikt is.
Met 6 maanden wordt de poes voor het eerst krols (geslachtsrijp). Dan is het mogelijk de poes te laten steriliseren. Aangeraden wordt om je poes voor haar 9e maand te steriliseren.
Sterilisatie bij poezen voorkomt:
Het risico op melkkliertumoren op latere leeftijd wordt ook kleiner.
De nadelen van de castratie of sterilisatie van je kat gelden zowel voor de kater als voor de poes: Na de castratie/sterilisatie bestaat de kans dat je kat veel gewicht toeneemt. Je kat heeft namelijk minder eten nodig vanwege de verandering in de hormoonhuishouding. Belangrijk is dus om de dagelijkse voeding van je kat aan te passen. Vraag je dierenarts hierbij om advies.
Bij de castratie of sterilisatie breng je je huisdier vaak ’s ochtends naar de dierenkliniek. Je huisdier mag dan niks hebben gegeten. Drinken mag hij wel. De dierenarts zal in jouw bijzijn je huisdier onder narcose brengen.
Pijnstillers krijgt je huisdier al voor de operatie. Ook krijg je pijnstillers mee naar huis. ’s Middags kun je je kat alweer ophalen. Vanwege de pijnstillers zal je huisdier geen pijn hebben na de operatie. Je kat kan nog suffig zijn na de operatie. De volgende dag is je kat of poes in principe weer helemaal de oude.
Om te voorkomen dat je kater of poes de wond zal gaan likken of bijten, kun je hem of haar een rompertje aan doen. De zogenaamde “lampenkamp” is ook een mogelijkheid (zie foto), maar is minder prettig voor de kater of poes.
Terug naar het menu: voortplanting huisdier.