Kattenziekte is een dodelijke, virale en zeer besmettelijke ziekte en veroorzaakt darmontstekingen. Het virus tast de witte bloedcellen aan die zorgen voor de afweer van uw kat. Hierdoor is de kat in geval van besmetting ook erg vatbaar voor andere infecties, zoals bijvoorbeeld longontsteking. Deze ziekte wordt via besmet braaksel of diarree overgebracht. Als de kat door een besmet gebied loopt en zich erna vervolgens gaat wassen bestaat de kans dat de kat besmet wordt. Het virus kan niet tegen zonlicht. Daarom komt de ziekte vooral voor in de herfst en in de winter. Vanwege de inentingen tegen de ziekte, komt de kattenziekte wel steeds minder vaak voor. Wilde katten en niet ingeënte katten zijn nog reservoirs (besmettingshaarden) voor de ziekte. Symptomen kattenziekte:
Kattenziekte is erg gevaarlijk voor katten. Meer dan de helft van de katten die kattenziekte krijgen, overleven het niet.
Voldoende moedermelk zorgt ervoor dat kittens afweerstoffen ontwikkelen tegen kattenziekte. In combinatie met het enten bescherm je je kat goed tegen de kattenziekte. Kijk meteen in het vaccinatieschema wanneer je je kitten of kat het beste kunt laten inenten.
Voor kattenziekte bestaat geen behandeling. Wel kan het genezingsproces van je kat door de dierenarts ondersteund worden om uitdroging tegen te gaan. Zo zal je kat een vochtinfuus krijgen en worden anti-braakmiddelen toegediend. Ook kan je dierenarts antibiotica voorschrijven om andere infecties tegen te gaan.
Lees meer over:
Ga terug naar het menu: Kattenziekten.